Het was een vreemde gewaarwording, een onbekende wereld die zich voor me opende. Toen ik als artist in residence in Monastir verbleef, kreeg ik de vraag of het me boeide kennis te maken met hun badhuis. Nieuwsgierig als ik was en door het aanstekelijk enthousiasme van hun burgemeester die erover vertelde hoe hij meermaals wekelijks zo’n badhuis bezocht, er zijn vrienden ontmoette en er een gezamelijke vreugde van maakte, kreeg het voor mij een ongedwongen, warm menselijke sfeer. Daarop besloot ik samen met andere kunstenaars het erop te wagen. Eerst moest er langs de balie, waarachter een soort gesluierde zakenvrouw de prijs in afspraak en overeenstemming met ons besprak. We kwamen tot een akkoord en werden door een jonge, totaal in bruin gehulde moslima naar een zaaltje gebracht vol kastwanden en zit- bedden en verzocht ons om te kleden, nu ja, ons totaal van onze kleren te ontdoen. Alleen een slipje mocht behouden, wij waren tenslotte niet ingewijde vreemden. De habitués legden een handdoek over hun edele delen.   

 

Daarop ging onze weg onmiddellijk een badhuis in, waar rond de wand een verhoog bezet was met vertrouwde bezoeksters . Daarbij kon ik het lachen niet onderdrukken. Zij zaten met hun voeten in een emmer water, niet bepaald mijn voorstelling van een badhuis. Een kraan werd geopend en water liep ruisend de middenruimte vol, over de bodem. Ik monsterde mijn gezellinnen, niets ongewoons. Mijn voeten bengelden inmiddels in sijpelend water. De wanden en vloer waren van schitterende mozaïeken, blauw en roze, zeegroen , een Perzische tuin vol esthetiek.

Vrij vroeg werden we verzocht ons naar een andere ruimte te begeven, die oogde donkerblauw. Een hemel. Die ongelooflijk verfijnde moslimkunst aan wanden, vloeren en bezette stenen muurtjes gaf koelte. Een zigeunerachtige vrouw, haar kleding en sieraden Oosters, haar greep wat mannelijk en strak overtuigend verzocht ze mijn Poolse vriendin zich op het stenen bed te leggen, daar werd ze ingezeept, met geurtjes uit potjes gebalsemd en tenslotte met een flinke scheut water afgespoeld.

Vreemd een volwassen vrouw die hier gewassen werd zoals een baby door haar moeder. Dan was ik aan de beurt en een na een de anderen.

Daarna konden we de handdoek om ons heen slaan en kwam onze bruin verhulde begeleidster nu met open vizier ons ophalen voor de teruggang naar onze kleren.

Heel vreemd had zij zich bij ons in het badhuis waar water liep, gevoegd,  in badpak, maar voldoende ontbloot. Waarom dan zo verhuld in de ontvangstruimte?

Een ritueel, waar aan en uit een rol speelde, betekenis had?

Alles bij elkaar een verrijkende ervaring van een andere wereld vol schoonheid, mysterie en andere gebruiken.

Herinneringen aan Monastir 2021