Deze beelden zijn een vastleggen van een gebeurtenis  die mij overkwam op een geheimzinnig onbewoond eiland bij Raquenes ( Finistère- Bretagne),  dat  bij eb en vloed 2x daags in zijn verbinding met het vasteland door de zee overspoeld wordt . Heb je niet opgelet of de tijd vergeten dan zit je vast voor de volgende 6 uur en dat kan ook bij valavond gebeuren zodat je er de nacht moet doorbrengen.

Verzamelen van kosmische dingen

Op een zonnige dag  in de namiddag besloot ik het eiland te bezoeken om er stenen en schelpen te verzamelen  die ik gebruik in mijn kunst. Die zoek ik zorgvuldig uit naar een patroon  , kleur en vorm. zij moeten een verzameling  kunnen vormen.: allemaal ronde of langwerpige , witte of zandkleurige . Aangezien het eiland  een heuse heuvel op een rots is vind je er prachtige  stenen die door de zon langdurig gewassen , gepolijst en gebleekt zijn   . Een diepe geul  tussen de heuvels vormt de toegangspoort tot een bijzondere stille wereld met uitzicht op de wijde zee , maar niet op de landtong.

Totaal verdiept in mijn uitzoeken vergat ik aangenaam de tijd en vertrouwde op een jong stel dat op een rots naar de zee zat te staren, niet ver van me verwijderd. Ik veronderstelde  dat ze het eiland zouden verlaten zodra het water zijn overspoelmanoeuver zou inzetten om nog tijdig de uitgang te bereiken en de toch wel 800m lange strook tot aan het strand over rotsen en zandruggen  terug te lopen.  Maar hoewel ik niet erg tijdbewust ben bij hoog geconcentreerde arbeid had ik het gevoel dat het toch wel allemaal lang duurde. Ik pakte mijn spullen en schatten in plastic  zakken en besloot langs de uitgang  terug te keren. Helaas te laat . Een groot deel van  de zandruggen waren verdwenen, het water zette in razende vaart van 2 kanten op en de rotspartijen zagen er vreemd uit  met onherkenbare  uitsteeksels boven   het water. Lang denken was er niet bij. Ik hoopte op mijn geheugen om de plaats die ik zoveel maal doorlopen had , ook onderwater terug te vinden. Mijn zakken  hield ik boven water en haastte me als  Johannes de Doper door de Jordaan. een roekeloos besluit zoals ik achteraf hoorde. Ik had geen keuze .

Niemand wist waar ik was. Om hier nog 6 uur vast te zitten bij naderende avond kwam me niet in de zin. Ik moest erdoor . Waden dan maar op goedvallen uit. Het was een moeilijk geplons met scherpe , snijdende  rotskanten onder water  en zware lasten aan ieder hand. De weg leek niet zo herkenbaar als ik gehoopt had en slechts met de grootste moeite bereikte ik het strand, waa r ik uitgeput een tijd bleef zitten. Dan ving ik de terugtocht naar huis aan.

Ongerust was niemand, mijn waagstuk was hen onbekend. ‘Maar je had  kunnen verdrinken ‘was de opmerking.