Als rijder van korte afstanden die me bekend waren , was deze rit me een opgave. Het begon allemaal schitterend. Ik reed hoopvol de autosnelweg op over een brug , het verkeer ging vlotjes tot aan het eerste benzinestation, ongeveer na 3km stokte de karavaan en was het opletten geblazen, schoorvoetend rijden , aansluiten en je ogen waakzaam houden of je zat op het voortdurend stokkende verkeer. Je voorganger minutieus in de gaten houden en dat gedurende een uur werkte slaapverwekkend. Maar aan indutten had je geen boodschap, dan zat je er zo op en was de route afgelopen. Vermoeiend zo na een tocht met doel en afspraak die in het honderd liep. Na lang gezeur begon eindelijk de opening te komen. Een ongeluk had ons dit ingebrokt. Mijn medereiziger had het gezien, ik niet. Een lange tijd vertraging en dan ging het weer gezwind over de stad, gerand door vuile industrie en bos. Weldra werd alles opener en reden we gezwind 100. Veel sneller zou verbruik enorm opdrijven en sneller was je er daardoor niet. De flitsers aan de linkerkant hadden geen besparingen ter harte genomen ook geen 100 aanduidingen  en zoefden in een onmogelijk tempo aan ons voorbij.  Zo zijn de mensen, altijd het lot uitdagen en grenzen opschuiven tot voorbij  het onmogelijke.

Weldra gingen we over de grens en zoomden groene bossen onze weg. Zo kon je nog genieten, maar ‘opletten geblazen’ was het altijd. Weldra bereikten we Bergen op Zoom en zochten naar een Noorderweg vanaf de A4. Na wat getwijfel en gezoek , achteruitgerij om in te schatten of het een straatje links of rechts moest zijn  en ook nog de straatnaam te lezen landden we eindelijk waar we al opgewacht werden. Een fijn welkom van vertrouwde mensen , na een jaartje afwezigheid deed deugd. Het huis zag er van buiten eenvoudig uit , maar binnen wuifde  de sobere witheid , koelte. De tafel buiten stond al klaar en vandaar oogde het paradijs van een fantastisch aangelegde , uitgegroeide tuin met wadi en visvijver vol rode , witte en gouden beweging. De wriemelende  goudvissen sprongen tot tegen het net , de koys drongen wild aan op voeding. Het was duidelijk hun uurtje. Voorbij het bruggetje een tweede gedeelte met een eenzame waterlelie middenin.Een oord van rust.  De planten- aanleg was van een meester die duidelijk hoog en laag , open en vol, rond en spichtig  gerespecteerd had en kleuren en vormen afwisselde van geel naar paars en donkergroen en geel en wit, sprietig, pluizig en  wriemelend . Een grote magnolia nam hortensia’s in zijn schaduw zodat ze niet verbrandden. Alles zag er fris en levendig uit, dank aan het onderaards sproeisyteem dat de planten van water voorzag. Niet zo uitgedroogd en verroest als heide en hortensia’s in mijn tuin, toen dit systeem nog niet in voege was. Jammer.

De gesprekken liepen gewoon over de kinderen, er werd bijgepraat hoe zij het deden. De vrouw des huizes was oncologe en had haar mooie tuin beslist nodig voor energie en rust. De kleinste jongen had zijn fiets vergeten af te sluiten en daardoor was er geentje meer. Zo leer je pijnlijk wat het is wanneer anderen je hebben en goed misselijjk leegplunderen.

Na een volwaardig avondmaal, diner werd de terugtocht hoopvol aangevat . Daar had je het probleem weer. De scheiding van de 3 wegen zag er eender uit. Was het nu rechts of links of in het midden, voor in het bos. Alle wegen leiden naar Rome. Wij reden op gevoel, het verkeerde natuurlijk. Wij reden en reden en mijn man las minutieus de kaart , maar moest daarbij ook gokken en zien of het lukte. Weldra reden we langs de autoweg waar we eigenlijk op moesten. Maar hoe ? Dan maar verder langs bossen , lanen vol hoge bomen en een opvallend kerkhof. Ik herinnerde me er iets over gelezen te hebben. Mijn man was pertinent , we zouden weldra kunnen afbuigen en dat lukte .

Eindelijk op weg in het juiste spoor. Niet makkelijk als de één rijdt en de ander de kaart leest. Maar gedeelde smart gaf nu eenmaal gedeelde vreugd. De weg in de stad was vermoeiend en druk en verwarrend. Het thuisfront daagde op na tunnel en witte markeringspeilen. Mijn aandacht versplinteren brengt me in problemen als ik alleen rij.

Maar ‘ Wir haben es geschafft’.

 

G. Cleuren 7.08.2022