In een boek van Thomas Hobber uit 1651 wordt de mens als zelfzuchtig en competitief neergezet. Daarom is een krachtige heerser die de chaos en anarchie beteugelt nodig.

Leviathan is een oermonster uit de oertijd ( ook in de bijbel in het (Hebreeuws  opgevoerd).

We zagen al een Russsische film van Andrew Zvyagintsev  : 2014 daarover : een sombere pessimistische satire op het huidige Rusland waar boeven, corruptie , criminelen de dienst uitmaken. (Hoe waar intussen !( Woning vernietigd met bulldozer omdat hij niet wijkt)

Deze film is hetzelfde bedreigende monsterlijke gebeuren in  een opeenvolging van beelden, waarvan de  elementen : ontwrichtend geluid,  kleur: rood , geel tegen een achtergrond van zwart en hel wit met razende bewegingen  als in een schildering ingezet:  met lijn ,overweldigend  geruis en gesuis, geschraap van kettingen, een ijle luidspreker, bloedrode netten,  gemengd met beelden van het eind van het leven : gevangen , spartelende vissen happen naar lucht en flippen omhoog naar adem snakkend , hun opengesperde ogen star in beeld. Vernietigen is het hoofddoel , afmaken, zoals het gruwelijke afhakken van de vleugels van roggen in stukken gereten en het bloed ervan langs het schip weggespoeld , weggespoten, rood tegen zwart en wit van de zee .Het schip ruist voort  Dit alles als metafoor voor het leven dat voortrolt en  de mens erin als een stompzinnige roofzuchtige  vernietigingsmachine .

De film is grensverleggend in die zin dat hij met totaal abstracte elementen, geluid, kleur , contrasten  de metafoor recht doet enkel  met een opeenvolging van beelden en geluid.

Filmfragmenten volgen elkaar op zonder verhaal , geladen,  zoals de meeuwen als gieren de resten uitpluizen ,  wel heel schilderachtig zoals Ensor dat al deed, ook in zijn kleuren.   Een stroom beelden  zoals het leven waarin vernietiging het hoofddoel van de beeldstroom lijkt.

Ook aan Baselitz doet mij deze video denken waarbij hij het beeld omkeerde , abstraheerde. Zo is geen verhaal mogelijk.

Dit is onze aardse en ruimtereis.

 

G. Cleuren