De eigen wereld der kunstenaar die voortspruit uit de werkelijkheid van zijn leven wordt hier gestalte gegeven.

Zoals passanten de boom als drager gebruiken om hun gevoel, hun naam, een kwetsuur, een teken aan te brengen als sporen van hun bestaan, die een eigen leven gaan leiden, daarin vergroeid tot een wisselvallig, harmonieus werk op een volkomen natuurlijke weg. Op deze wijze houd ik sporen van mijn leven vast, breng ze in kaart.

Op een bijna natuurlijke wijze, gekoppeld aan het denken over, denken aan, dromen, herinnering, wens, angst, bewuste waarneming, verdriet en vreugde, al die kosmische impulsen die in een mens naar boven borrelen, als de groeisels in een boom, in korte pictogrammen in spontane vormen gegoten in de schors gekerfd, ontstaat dit werk.

Een symbiose van werkelijkheden die impulsen leveren tot gedachtengoed en worden tot een eigen wereld, een virtuele wereld. De drijvende kracht is steeds het leven zelf dat achteraf in een beeld een toevallig geheel samenstelt en achteraf bewustwordingsprocessen op gang brengt.