Mijn werk kan gezien worden als een onderzoek om de  werkelijkheid in de virtualiteit te traceren.

Mijn beelden zijn nooit rechtlijnig te lezen, maar hun betekenis onthult zich tussen de regels, zoals bij een kindertrauma tekeningen de werkelijkheid blootleggen, vaak verhuld.

Uit een veelvoud filtert zich een residu.

Mijn werk houdt een spoor van het leven vast, noteert bijna dagelijks belangrijke en schijnbaar onbenullige gebeurtenissen, een virtuele werkelijkheid van gedachten, soms vermengd met dromen, angsten, herinneringen en  waarnemingen uit het ‘Umfeld’ .Het is voor mij een wijze om  het ‘ ik ‘ en zijn relatie met de buitenwereld vast te leggen te fixeren, getuigenis af te leggen van een  bestaan in de 21e eeuw. Het leven is een machtige artistieke bron .

Vaak hanteer ik daarbij pictogrammen , die ik tot een persoonlijk alfabeth ontwikkeld heb, eenvoudig, universeel, soms cryptisch.

Enkele voorbeelden:

het gordijn is een beeld van het opengaan van het wereldtheater, zoals het leven zich daarachter afspeelt. De mond staat voor spreken, communicatie, contact,  of gekruist, niet spreken, eenzaamheid, stilte. Het oor of de oren worden gebruikt om het goede (vogels, de wind)of het slechte geluid (lawaaihinder weer te geven), De halve cirkel op het hoofd symboliseert het denken, in het blauw. Rood daarentegen met tzakbewegingen geeft emoties weer.  Het bed of het slapen is het vertrouwde, de geborgenheid. ‘ De weg’ , de af te leggen weg in het leven en ‘het gaan’ is in voetafdrukken weergegeven . Gaan is leven.

De boom en de bloeisels wijzen op contact met de natuur, het dier : contact met het leven,

het net : gevangen zijn.

Dit zijn maar enkele beelden.

Mijn vormgeving is vrij, organisch (ook zo bewust gehanteerd )de kleur vaak psychisch geladen om in de mogelijkheid te zijn alle aspecten van het leven te noteren en in de vorm te laten uitvloeien, bewegen, op te vangen.